Bezoekersvraag

Kennisbank

Voernijd

Voernijd is aangeleerd gedrag en stressgerelateerd en daarom moeilijk af te leren. Voernijd kan een groot probleem vormen, maar er zijn verschillende aanpassingen mogelijk, waardoor dit probleem verkleind kan worden.

De meeste paarden ontwikkelen voernijd, omdat zij bang zijn dat andere paarden hun eten zullen opeten. Daarom gaan ze extra snel eten en jagen ze alles en iedereen bij zich weg die een bedreiging zouden kunnen vormen.

Allereerst zou het beter zijn als je paard tijdens het eten geen andere paarden in zijn omgeving heeft en dus ook geen zicht op andere paarden door middel van tralies. Hierdoor zal het paard meer rust krijgen. Uiteraard heeft een paard buiten de voerbeurten om wel behoefte aan sociaal contact. 

Een paard met voernijd eet meestal erg snel. Hierdoor kauwt hij het voedsel slecht en wordt er weinig speeksel geproduceerd. Dit heeft een negatief effect op de vertering en kan een slokdarmverstopping, koliek of vermagering veroorzaken. Door middel van een voerbal kan de opname van het krachtvoer vertraagd worden. Ook is het mogelijk om vezelrijke voeding, zoals bijvoorbeeld luzerne door het krachtvoer te mengen, zodat het paard langzamer zal eten. Lees meer over langer kauwen en meer speekselproductie.

Het soort krachtvoer speelt niet echt een rol bij voernijd. Mijten heeft diverse voeders in het assortiment, zowel voor sportpaarden als recreatiepaarden. Er zijn ook diverse ruwvoeders verkrijgbaar waar al extra luzerne doorheen gemengd wordt, zodat de kauwfrequentie verhoogd wordt.

Geef vrijwel onbeperkt ruwvoer, zodat het paard niet echt 'honger' krijgt voor de voerbeurt. Als je paard snel last heeft van overgewicht kun je het beste kiezen voor ruwvoer met weinig voedingswaarde, bijvoorbeeld graszaadhooi. Ook kun je het ruwvoer geven in een speciale slowfeeder, zodat je paard veel langer met zijn ruwvoer doet. 

Probeer daarnaast zoveel mogelijk kleine porties krachtvoer te geven. Verdeel het krachtvoer over meerdere voerbeurten verdeeld over de dag om de spanning rondom de voerbeurt te verminderen. 

Let op: Bij voernijd speelt dominantie ook een grote rol. Een dier dat lager in rang staat is banger om zijn voer kwijt te raken aan een meerdere, dan een hoog in rang staande soortgenoot. Ook moet men de 'rang' van degene die het voer verstrekt ook meebeoordelen. Staat iemand die voert onder het te voeren paard, dan zal dit paard logischerwijze deze persoon in niet mis te verstane taal te kennen geven dat hij weg moet wezen bij 'zijn' voer. Het paard geeft door aggressieve lichaamstaal aan, dat de voerder onder hem staat en geen recht heeft op het voer, ook al omdat de voerverstrekker 'zijn' voer heeft afgestaan aan het paard (in de ogen van het paard)en daarmee zijn aanspraken op een hogere rang weggeeft. 'Als ik een paard voer, weet het: ik krijg echt dat voer wel, maar nadat mijn dominante leider ermee klaar is.' Als het paard respectvol een stapje achteruit doet om mij door te laten met het voer, dan krijgt hij het ook. Als een paard naar mij dreigt, dan leer ik het paard om eerst meer respect voor mij op te brengen. Bron: Linda Polak, Natural Western Riding Center.