Bezoekersvraag

Kennisbank

Voerbeleid rusthuis De Paardenkamp

Rusthuis De Paardenkamp in Soest heeft 54 jaar ervaring met het voeren van oude paarden, dus hebben voor iedere situatie al een oplossing moeten bedenken. De Paardenkamp heeft een duidelijke visie over het voeren van paarden. De motto’s “meten is weten” en “ruwvoer is de basis” staan centraal in het voerbeleid op De Paardenkamp.

Momenteel biedt De Paardenkamp huisvesting aan 120 paarden/pony’s. Meer dan 35% is ouder dan 30 jaar en momenteel is het oudste paard 39 jaar oud. Door de kennis, ervaring en het weloverwogen voerbeleid is De Paardenkamp in staat om de paarden en pony’s zo lang mogelijk te laten genieten van hun oude dag.

Ruwvoer is de basis
Het rantsoen van de paarden op de Paardenkamp bestaat voor 60 – 99% uit eiwitrijk ruwvoer. Als de paarden geen voordroogkuilgras of gehakseld gras meer kunnen eten dan krijgen zij alternatieve bronnen van ruwvoer aangeboden. Naast het ruwvoer wordt zo min mogelijk suiker/zetmeelrijke voeding gegeven, zoals krachtvoer.

Meten is weten
Het voordroogkuilgras en gedroogde gras wordt elk jaar geanalyseerd, zodat De Paardenkamp precies weet wat de voedingswaarde is. 

In 2015 heeft De Paardenkamp alle paarden en pony’s gewogen alvorens het winterseizoen aanbrak en wederom aan het einde van de winter. Bij oudere paarden is het vaak een uitdaging om ze tijdens de winter op gewicht te houden, maar na de winter waren de meeste paarden en pony’s iets aangekomen in gewicht. Waarschijnlijk is dit te danken aan het goede ruwvoerbeleid van De Paardenkamp.

Dagelijkse rantsoen op De Paardenkamp
In de winter staan de meeste oude paarden in de groepshuisvesting. Dit zorgt ervoor dat de paarden veel kunnen bewegen en dit is heel belangrijk om de gewrichten en spieren soepel te houden. Alleen de paarden die extra aandacht nodig hebben worden individueel gestald.

De Paardenkamp verdeelt de paarden en pony’s in drie categorieën: goede eters, matige eters en slechte eters. Momenteel is de verdeling 50% goede eters, 25% matige eters en 25% slechte eters.

Goede eters – Goede kwaliteit voordroogkuil
De goede eters hebben nog een goed gebit, waardoor zij nog langstengelig ruwvoer kunnen eten, zonder dat hier ballen van worden gemaakt. In de winter krijgen de goede eters uitsluitend droog voordroogkuil van goede kwaliteit. Dit wordt onbeperkt aangeboden in de groepshuisvesting. In de winter hebben de paarden geen toegang tot vers gras. Het ruwvoer is afkomstig van eigen grasland, wat ingezaaid is met een speciaal grasmengsel voor paarden en wordt jaarlijks geanalyseerd. Het eiwitgehalte van het ruwvoer dient hoger te zijn dan 60 gram VREp, anders vindt De Paardenkamp dit niet geschikt voor oude paarden. Oude paarden hebben extra eiwit nodig om de conditie te behouden. De Paardenkamp doet intensief weidebeheer en zorgt voor regelmatige bemesting om de voedingswaarde voldoende hoog te houden. Uit analyses van Nederlandse paardenweiden blijkt dat diverse monsters minder dan 60 gram VREp bevatten.

Matige eters – Voordroogkuil + gehakseld gras + seniorenbrok
De matige eters hebben moeite met het kauwen van het langstengelige voordroogkuilgras, daarom krijgt deze groep gehakseld gras uit grote balen bijgevoerd. Dit gras wordt door middel van een speciaal grasmengsel op eigen land geteeld. Hiervan wordt de eerste snede gedroogd door de grasdrogerij. Ook dit gedroogde gras wordt geanalyseerd om precies te weten wat er gevoerd wordt. Naast het voordroogkuil en gehakselde gras wordt een seniorenvoer in brokvorm gevoerd.
De goede en matige eters gaan vanaf 1 mei dag en nacht in de weide. In de weide wordt geen brok bijgevoerd.

Slechte eters – Gedroogd gras, bietenpulp, MPB mix, seniorenbrok, zemelen
De paarden en pony’s die bijna geen ruwvoer meer kunnen eten behoren tot de slechte eters. Deze groep krijgt in de zomer overdag weidegang en wordt individueel gehuisvest. Deze groep krijgt gehakseld gras, bietenpulp en MPB Mix. De bietenpulp helpt om de darmflora gezond te houden. MPB mix is een mengsel van snijmais, bietenpulp en bierborstel. Bierborstel is eiwitrijk en de snijmaïs levert een ander soort vezel, waardoor de paarden hiermee beter op gewicht blijven. Bij de MPB mix dient wel voorzichtig omgegaan te worden. Dit is bijvoorbeeld niet geschikt voor een Shetlander die gevoelig is voor hoefbevangenheid. Als de paarden geen brok meer kunnen eten, dan krijgen zij een slobber van het seniorenvoer in brokvorm gemengd met zemelen. Deze zemelen trekken de scheve calciumfosforverhouding van de bietenpulp weer recht.

Met het gehakselde gras, bietenpulp en MPB mix krijgt deze groep toch voldoende vezels binnen om de darmflora gezond te houden. Daarmee blijven zij langer gezond en vitaal. 

Als de slechte eters met onbeperkt gras te mager blijven, dan geeft De Paardenkamp maximaal 4 voerscheppen bietenpulp per dag en 3 kg brok of slobber. Dit maximum is ingesteld om spijsverteringsproblemen te voorkomen.

Lees meer:
Oude paarden
Verteringstelsel van oude paarden