Bezoekersvraag

Kennisbank

Veranderingen in het rantsoen

Soms is het noodzakelijk om de voeding van een paard aan te passen aan nieuwe omstandigheden of is het tijd om iets nieuws te proberen. Verandering van buitentemperatuur met de seizoenen, zwaardere training of ziekte zijn redenen die een verandering in het rantsoen kunnen vragen. Helaas kunnen veranderingen in het rantsoen gepaard gaan met problemen zoals koliek of hoefbevangenheid. VoerVergelijk vertelt je graag hoe dit voorkomen kan worden en hoe de veranderingen zo soepel mogelijk verlopen.

Gevoelig verteringssysteem
Paarden hebben een extreem gevoelig verteringssysteem, veranderingen in het rantsoen hebben dus al snel grote invloed op dit verteringssysteem. Wanneer een overgang op ander voer heel langzaam geïntroduceerd wordt, kunnen problemen voorkomen worden. Het verteringsstelsel heeft tijd nodig om nieuwe voedingsstoffen of voedingsstoffen in een andere vorm efficiënt te leren verteren. Als bijvoorbeeld in korte tijd veel vetten aan het rantsoen worden toegevoegd, kan je zien dat een paard meer gaat mesten en de mest een vettige textuur heeft. Wanneer vetten langzaam aan het rantsoen worden toegevoegd, is dit niet waarneembaar. Lees hier meer over een vetrijk rantsoen.

Krachtvoer
Bij het simpelweg geven van meer granen of biks, wordt er aanbevolen om te verhogen met maximaal 150 gram per dag. Dit is vooral belangrijk in een rantsoen wat veel zetmeel bevat. Het verminderen van de hoeveelheid krachtvoer verdient ook aandacht. Het beste is om een vermindering van krachtvoer over ongeveer één à twee weken te spreiden en met maximaal 150 gram per dag.
Wanneer het soort krachtvoer veranderd wordt, is het verstandig om hier ongeveer één week voor te nemen. Vervang dagelijks ongeveer 15 tot 20% van het oude krachtvoer voor het nieuwe, om zo het paard langzaam te laten wennen tot je compleet op het nieuwe voer over bent geschakeld.

Ruwvoer
Indien een nieuwe partij ruwvoer wordt aangevoerd, dan wordt hier meestal weinig rekening mee gehouden. Toch is het beter voor het verteringsstelsel van het paard om het ook langzaam aan verandering van ruwvoer of sneden te laten wennen, omdat de voedingswaarde erg kan verschillen. Dit kan prima door dagelijks 25% van het oude ruwvoer te vervangen door nieuw ruwvoer.

Weidegang
Wanneer je een paard op een heel rijk weiland zet met veel gras, is het belangrijk om het paard elke dag iets langer op het gras te zetten, om zo de grasinname langzaam te verhogen met één tot twee uur per dag. Zo zorg je dat het verteringsstelsel langzaam kan wennen aan het gras tot het paard uiteindelijk zo lang op het gras staat als de bedoeling is. Voedingsdeskundigen adviseren ook om een paard buiten te zetten met een gevulde maag, van te voren een emmer bietenpulp of hooi te voeren is een goede manier om het paard een gevoel van een volle maag te geven, zodat het paard niet direct heel veel gras gaat eten. Lees hier meer over de overgang van stal naar weide.

Zorg er dus altijd voor dat je je paard langzaam laat wennen aan nieuw voer of veranderingen in het rantsoen om zo het risico van verteringsproblemen te minimaliseren. Belangrijk is ook om goed na te denken voordat je veranderingen doorvoert zodat ook de opname van voedingsstoffen optimaal is.

Lees meer:
Basisprincipes voor een gezond maagdarmkanaal
Bezoekersvraag: rantsoen veranderen bij overgang naar een nieuwe stal