Fokkers met hoogdrachtige merries moeten extra opletten dat de moeders in spe een andere voedingsbehoefte hebben dan niet drachtige dieren.

In de laatste 90 dagen van de dracht heeft een merrie meer energie nodig. De eisen aan voedingsstoffen van drachtige merrie zijn iets hoger om in hun eigen lichamelijke behoeften te voorzien en de groeiende foetus van voedingsstoffen te voorzien. Deze extra energie kan gegeven worden door de krachtvoergift te verhogen of een speciale merriebrok te geven. Krachtvoer bevat meer energie per kg dan gras of hooi.  

Het gras in de weilanden bevat in de winter zeer weinig voedingswaarde, terwijl in deze periode voor veel merries de bevalling nadert. Het is belangrijk om de lichamelijke conditie van de merrie nauwlettend in de gaten te houden in de winter en indien nodig het rantsoen aan te passen door meer of betere kwaliteit ruwvoer te geven of de krachtvoergift te verhogen.

De behoefte aan eiwit wordt bij hoogdrachtige merries ook iets hoger. De behoefte aan ruw eiwit stijgt ongeveer met 150 gram aan het einde van de dracht. In deze verhoogde behoefte kan worden voorzien door extra krachtvoer te geven. Een rantsoen met een hoger eiwitpercentage is over het algemeen niet nodig.

Aan het einde van de dracht neemt ook de behoefte aan calcium en fosfor toe. Net zoals de extra eiwitbehoefte, wordt ook de extra calcium en fosfor aangevuld door een hogere krachtvoergift.

De belangrijkste vitamine aan het einde van de dracht is vitamine A. De behoefte aan vitamine A kan verdubbelen aan het einde van de dracht en tijdens de lactatie. De meeste krachtvoeders bevatten voldoende vitamine A om aan de eisen van de merrie te voldoen. Toch zijn er nog steeds fokkers die een extra vitamine supplement geven om deze vitamine gehalten veilig te stellen.  

Lees meer:
Drachtige merrie
Lacterende merrie
Behoefte aan vitaminen en mineralen
Behoefte aan energie/eiwit