De meeste paarden worden gevoerd op basis van een vast voerschema. Dit past niet altijd in jouw tijdschema om te gaan rijden. Soms kom je op stal en zijn de paarden net gevoerd of heb je niet zoveel tijd tussen de voerbeurt en het rijden, omdat je bijvoorbeeld vroeg op wedstrijd moet. Het tijdstip van voeren kan invloed hebben op de prestatie van jouw paard. Niet alleen de hoeveelheid voer, maar ook kwaliteit, porties en timing zijn belangrijke aspecten voor een goed dagelijks rantsoen.

Krachtvoer
Geef binnen 3 uur voor het verrichten van zware arbeid geen grote hoeveelheden krachtvoer (>1,5 kg). Na een krachtvoermaaltijd stijgt het bloedsuikergehalte en bereikt na ca. twee uur zijn piek. Vervolgens vindt de glucose-dip plaats, waarbij zeer weinig glucose beschikbaar is voor het leveren van energie. Je wil dus voorkomen dat je paard tijdens het rijden een dip krijgt. Bij een stijging van het bloedsuiker komt het hormoon insuline vrij. Een verhoogd bloedsuiker- en insuline niveau kan negatieve invloed hebben op de prestaties.

Als je niet de gelegenheid hebt om minimaal 3 uur voor het rijden te voeren, geef dan een kleinere hoeveelheid krachtvoer (max. 1,5 kg) en geef de resterende hoeveelheid na het rijden. Hierdoor wijk je zo min mogelijk af van het dagelijkse rantsoen.

Bij het leveren van lichte prestaties en wanneer slechts een kleine hoeveelheid krachtvoer wordt verstrekt, geldt dat je binnen 1 uur voor arbeid geen krachtvoer moet geven.

Ruwvoer
Een paard werkt niet graag met een volle buik, maar kleine hoeveelheden ruwvoer (gras, hooi of kuilgras) net voor arbeid kan geen kwaad. Het is zelfs goed om net voor arbeid een pluk ruwvoer te geven (niet meer dan 3 kg), omdat de maag hierdoor iets gevuld is. Bij een lege maag kan door samendrukking van de maag tijdens arbeid, het maagzuur uit het onderste gedeelte ‘opspatten’ naar het bovenste gedeelte (fundus). De fundus heeft geen beschermlaag tegen dit zuur waardoor maagzweren kunnen ontstaan. 

Lees meer:
Voeren na het rijden
Aantal voerbeurten per dag